Duivels

Er wonen te veel mensen op deze wereld, lees ik in de krant. Ik knik begrijpend, want mensen zijn me gauw te veel. Hoe aardig ik ze ook vind, aan één tegelijk heb ik doorgaans genoeg. Toch denk ik bij te veel niet in de eerste plaats aan mensen. Het is de veelheid der dingen die me zorgen baart.

Dingen kunnen bijzonder prettig zijn. Aan sommige ben ik zelfs gehecht. Zo bewaar ik een doos met herinnerdingen, waar ik af en toe in rommelen mag. Mijn herinnerdingen zijn niet opvallend mooi en ook niet uitzonderlijk handig in het gebruik. De meeste zijn zelfs ronduit lelijk, of ernstig door de tand des tijds getekend. Het gaat me niet om het uiterlijk van het ding. Aan ieder ding kleeft een verhaal dat ik niet vergeten wil.

Goddelijk vind ik dingen zelden. Ik richt me niet in gebed tot mijn boekenkast, hoe hemels sommige boeken ook zijn. Mijn computer vraag ik nooit vergeving voor mijn zonden, al bewonder ik zijn ondoorgrondelijk werk. Zelfs voor mijn mobiele telefoon koester ik geen religieuze gevoelens, ondanks zijn mysterieuze aantrekkingskracht op aan mij gerichte sms’jes. 

Wel zie ik haarscherp het duivelse in de dingen. Het ontpopt zich zelden, maar altijd in alles tegelijk en unaniem tegen mij. Juist als ik op moet schieten, verstopt mijn fietssleutel zich pesterig onder een stapel kranten. Ik ren drie keer de trap op en af om her en der te zoeken. Een mooie kans om te knappen, besluit het hengsel van mijn tas. De rijke inhoud bedenkt zich geen moment en stuift alle kanten op. Pennen, papieren en paperclips grijnzen me vanuit hoeken en gaten hondsbrutaal aan. 

Terwijl ik naar de spullen graai, valt mijn oog op mijn rechtervoet. Een rode sok! Wanneer heeft die zich om mijn voet gewurmd? Ik ga snel op zoek naar stemmig zwart. Zodra ik de kastdeur open, springt het sokkenbolletje naar buiten. Het daagt mijn kat uit voor een wilde dans. Een vaas laat zich gewillig grijpen door de zwiepende staart en stort zich in duizend scherven op de grond. Ik laat de sok voor wat hij is en sprint naar mijn fiets. Die staat nog steeds op slot. De hel, dat zijn de dingen.

 

Renske Postma, 24 juni 2012