Zoekend

Hoewel er volgens sommigen een tsunami van Syrische vluchtelingen over ons land spoelt, leer ik gek genoeg vrijwel niets over Syrië en de Syriërs. Wel brengt de vluchtelingenstroom mij met de dag nieuwe wetenswaardigheden over mijn eigen cultuur.

Zo lichten onze normen en waarden, die als ik het goed begrijp onder de voet gelopen dreigen te worden, in deze donkere tijden als vuurtorens op. Vaak word ik erdoor verrast. Nu vind ik het niet vreemd dat ik mijn normen en waarden niet altijd glashelder op het netvlies heb. Wat alom tegenwoordig is, zie je tenslotte niet meer. Maar wat me verontrust, is dat ik ze soms ook bij nader inzien niet als de mijne herken.

Zo heb ik mijn hele leven gedacht dat geluk het hoogste goed in onze cultuur is. ‘Als je maar gelukkig bent’ heb ik altijd letterlijk opgevat. Dat Nederland al jarenlang in de top van gelukkigste landen staat, vond ik dan ook hoopgevend: we doen het goed in het leven, we weten wat belangrijk is.

Die waarde - of was het een norm? - bleek de afgelopen weken een ernstige dwaling van mijn geest. In een paar dagen tijd brokkelde mijn levensbaken tot de grond toe af. Een bozige volksvertegenwoordiger die als geen ander de waarheid lijkt te weten, trok van leer tegen … gelukzoekers! Hij spuwde het woord bijna uit.

Gelukzoekers bleken geen mensen met een lovenswaardige focus op het hoogste goed in onze cultuur, maar uitbuiters van het ergste soort. Lieden die we maar beter buiten de deur houden.

Het debat dat volgde ging over open en dichte grenzen, onze economie en het verschil tussen de ene en de andere vluchteling. Het ging ook over aantallen, draagvlak, opvanglocaties en schrijnende toestanden. Het debat ging kortom over allerlei belangwekkende zaken, maar waar het volstrekt niet over ging was geluk.

Er was geen partij die te berde bracht dat geluk voor veel mensen nu eenmaal ver te zoeken is. En waar heb je meer kans het hoogste goed te vinden dan in een van gelukkigste landen van de wereld? En zouden we daar niet ontzettend trots op kunnen zijn?

 

Renske Postma, 25 oktober 2015